Levenscyclus: rups: mei-december. De soort overwintert als pop in de strooisellaag;
Vliegtijd: half april – begin november in twee, soms drie generaties;
Gedrag: De vlinder is ’s nachts actief en komt op het kunstlicht af. Overdag zijn ze rustend te vinden. Wanneer ze verstoord worden, verbergen ze zich onder bladeren;
Biotoop: struwelen, wegbermen, open bossen en tuinen;
Waardplant: diverse kruidachtigen, waaronder koninginnekruid, duizendblad, engelwortel, jacobskruiskruid en bijvoet;
Voorkomen: een algemene nachtvlinder. Komt verspreid over het land voor.