Zuidelijk spitskopje - Conocephalus fucus
• Orde: rechtvleugeligen – Orthoptera;
• Onderorde: langsprietigen – Ensifera;
• Familie: sabelsprinkhanen – Tettigoniidae;
• Onderfamilie: Conocephalinae;
• Lengte: mannetje: 12-18 mm – vrouwtje: 13-18 mm;
• Activiteit: juli – oktober;
• Biotoop: gevarieerde gras- en kruidenvegetatie. Minder aan vochtige biotoop gebonden. De sprinkhaan kan op Golfbaan Anderstein op diverse plaatsen worden waargenomen, maar vooral op de Heide- en Heuvelrug-lus;
• Voorkomen: een zuidelijke soort, die pas na 1990 voor het eerst in Nederland is aangetroffen. Algemeen in Zuid-Nederland en het midden van het land. Schaars in Noord-Nederland en de waddeneilanden;
• Algemeen: de mannetjes laten zich vanaf het einde van de ochtend tot het begin van de avond horen. Het geluid bestaat uit een constant ratelachtig zoemgeluid. Het voedsel van het zuidelijk spitskopje bestaat uit planten, zoals kruiden en grassen, maar ook kleine insecten, zoals rupsen en bladluizen.