Levenscyclus: rups: juni – oktober. De soort overwintert als pop in een spinsel in de grond;
Vliegtijd: eind mei – half september in één, soms twee generaties;
Gedrag: Overdag zijn ze vaak rustend aan te treffen op onder andere slangenkruid. Zijn ’s nachts actief en bezoeken bloemen. Komen op het kunstlicht af;
Biotoop: vooral duinen en ruige graslanden;
Waardplant: grote brandnetel;
Voorkomen: een vrij algemene nachtvlinder, die in het gehele land kan worden waargenomen.