Tapuit - Oenanthe oenanthe
• Orde: zangvogels – Passeriformes;
• Familie: vliegenvangers – Muscicapidae;
• Lengte: 14 – 16,5 cm;
• Spanwijdte: 26 – 32 cm;
• Biotoop: komt voor langs de kust in de duinen en in he binnenland op droge heide en stuifzanden. De vogel geeft de voorkeur aan open landschappen met een afwisseling van korte vegetaties en open, zandige plekken;
• Voedsel: vooral insecten;
• Periode: de broedgebieden worden vanaf eind maart/half april bezet en uiterlijk in september verlaten. De tapuit overwintert ten zuiden van de Sahara. Veel tapuiten uit Scandinavië en Groenland trekken over Nederland naar Afrika. Het is, voor zover bekend, de verst trekkende zangvogel. Zelfs vanuit Alaska via Azië naar Afrika;
• Aantal broedparen: 360 – 400. Rode lijst-soort;
De tapuit is een schaarse broedvogel en in Europa één van de snelst afnemende soorten. De oorzaak is vooral het intensieve gebruik van de grond in Nederland voor bebouwing, landbouw, bosaanplant, etc. De hoeveelheid oppervlakte die geschikt is als broedgebied voor de tapuit, zandige open plekken, is daarmee enorm afgenomen. De tapuit broedt graag in oude konijnenholen, en ook de afname van het aantal konijnen vormen hierbij een probleem.
Het is een zeldzaamheid, wanneer de tapuit op golfbaan Anderstein wordt waargenomen. De meeste kans bestaat dan uiteraard op de zanderige plekken tussen de heide van de Heide- of Heuvelrug-lus.