Ranonkelbij

Ranonkelbij - Chelostoma florisomne

  • Orde: vliesvleugeligen – Hymenoptera;
  • Onderorde: angeldragers – Aculeata;
  • Familie: Bijen en hommels – Apidae;
  • Onderfamilie: Megachilinae;
  • Geslacht: Chelostoma;
  • Lengte: vrouwtje: 8 – 10 mm, mannetje: 9 – 11 mm;
  • Activiteit: mei – juli;
  • Nest: stengels en dood hout;
  • Biotoop: bosranden, kleinschalige agrarische gebieden, parkachtige en stedelijke gebieden;
  • Planten: boterbloemen;
  • Voorkomen: vrij algemeen op de hogere zandgronden en in Zuid Limburg. In west Nederland zeldzaam;
  • Algemeen: De vrouwtjes hebben een “buikschuier”: lange dichte beharing op de onderzijde van het achterlijf, waartussen ze stuifmeel vervoeren.