Voorkomen: vrij algemeen op de zandgronden (vooral oost-Nederland);
Algemeen: de vrouwtjes graven een nest in de weinig begroeide bodem. De soort heeft een primitieve vorm van sociaal samenleven. Het kan voorkomen dat soms 10 vrouwtjes hetzelfde nest delen. Ze gebruiken daarbij dezelfde nestingang, maar maken wel elk een eigen broedruimte. De vrouwtjes zorgen wel allemaal voor hun eigen nakomelingen. De overwintering vindt plaats als een passieve slapende larve.