Standplaats: Vaak in groepen op zonnige open plekken op droge en voedselarme grond op stuifzand en heide.
Blad: Het blad, de naald is blauwgroen met een zeer scherpe priempunt.
Bloeiperiode: april – mei; aparte mannelijke en vrouwelijke exemplaren.
Bloeiwijze: Katjes met bloemen. De mannelijke bloemen zijn geelbruin. De vrouwelijke bloemen zijn lichtgroen. In het tweede jaar kleuren de bessen van lichtgroen naar blauw.