Levenscyclus: rups vanaf eind juli tot eind juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups;
Vliegtijd: eind mei tot eind augustus in één generatie. Tegenwoordig ook enkele vlinders in september van een tweede generatie;
Gedrag: het vrouwtje legt de half kogelronde, witte eieren één voor één op de bovenkant van de grasbladeren. De rupsen maken een behuizing van aan elkaar gesponnen grassprieten. In de herfst bereiken de rupsen het derde of vierde stadium en overwinteren dan in deze behuizing. De verpopping vindt plaats in het voorjaar in een spinsel op de grond tussen de grassprieten;
Biotoop: allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten, zoals vochtige heide met pijpenstrootje. De vlinder is op de golfbaan waargenomen in de ruigte tussen hole Heuvelrug – 3 en de green van hole Heuvelrug – 5;
Waardplant: diverse grassen;
Voorkomen: een algemene standvlinder. In Zuid-limburg wat schaarser.