Levenscyclus: rups augustus – juni. De soort overwintert als rups op de waardplant en verpopt zich in de losse aarde;
Vliegtijd: half mei – eind augustus in één of mogelijk twee generaties;
Gedrag: de vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen. In vergelijking met de andere in de schemering rondvliegende nachtvlinders, komen de gestreepte goudspanners weinig op het licht af.
Biotoop: vooral struwelen, houtwallen, akkerranden, heiden en moerassen;
Waardplant: diverse kruidachtige planten, zoals walstro, zuring, muur en viooltjes;
Voorkomen: een zeer algemene nachtvlinder. Komt verspreid over het gehele land voor.