Boomklever - Sitta europaea
• Orde: zangvogels – Passeriformes;
• Familie: boomklevers – Sittidae;
• Lengte: 12 – 14,5 cm;
• Spanwijdte: 16 – 18 cm;
• Biotoop: oude soortenrijke loofbossen met veel stamoppervlakte en enige open plekken. Ruime verspreiding over bosrijke streken, maar ook in oude tuinen en parken in stedelijk gebied;
• Voedsel: insecten, zaden en noten. De zaden en noten worden klem gezet in de bast van de boom (smidse) of in de poot vastgehouden en met snavel kapot gepikt. In stedelijk gebied ook assertief aanwezig op voedertafels;
• Periode: gehele jaar;
• Aantal broedparen: 34.000 – 42.000;
Op golfbaan Anderstein is de Boomklever een van de meest voorkomende vogelsoorten. Hun kenmerkende roep is op diverse plaatsen te horen en de Boomklever ziet men vooral in de omgeving van hole Heuvelrug-1 tegen een oude boomstam aan klimmen.
De Boomklever dankt de naam aan zijn vermogen om net zo gemakkelijk langs een stam omhoog als omlaag te kunnen klimmen. Hierin onderscheiden ze zich van de boomkruiper en de specht. Boomklevers broeden in natuurlijke holten in bomen, vooral oude spechteholen en nestkasten. Met behulp van hard opdrogende modder verkleinen ze de nestingang.