- Orde: vliegen en muggen – Diptera;
- Familie: Zweefvliegen – Syrphidae;
- Geslacht: Eristalis;
- Lengte: 14 – 16 mm;
- Activiteit: juni – november;
- Biotoop: uiteenlopende biotopen;
- Planten: op heel veel planten, ook op bloeiende klimop. Zitten vaak op planten/bloemen te zonnen;
- Voorkomen: zeer algemeen;
- Algemeen: vermoedelijk meer dan twee generaties. Een deel van de populatie overwinteren in Nederland op beschutte plekken. Vaak in grote groepen bij elkaar. De mannetjes sterven in de winter, alleen de vrouwtjes komen levend de winter door. In de winter kunnen op warme dagen vrouwtjes worden waargenomen. In mei is er een zwakke generatie, als gevolg van nakomelingen van overwinterende vrouwtjes. De zomergeneratie is veel sterker en wordt waarschijnlijk aangevuld met trekkers uit zuidelijker streken. In de nazomer en herfst trekt een deel van de Nederlandse populatie naar het zuiden.
De larven leven in waterige milieus met zeer veel organisch materiaal, zowel dierlijk als plantaardig en kunnen zich zelfs in mest ontwikkelen. Ze zijn bijzonder goed bestand tegen zuurstofarme omstandigheden (naam: tenax= taaie).