Beukengalmug

Beukengalmug - Mikiola fagi

  • Orde: vliegen en muggen – Diptera;
  • Familie: galmuggen – Cecidomyiidae;
  • Geslacht: Mikiola;
  • Lengte: mug: 4 – 5 mm, gal: 3 – 12 mm;
  • Activiteit: maart – mei;
  • Biotoop: randen van de beukenbossen;
  • Planten: beuken;
  • Voorkomen: in grote delen van Europa in het groeigebied van de beuk;
  • Algemeen: de vrouwtjes leggen 200 tot 300 eieren (groot 0,3 mm) op de bladknoppen van de beuk. Bij de zuigactiviteit zorgen de larven, door chemische stoffen af te scheiden, dat het beukenblad een gal vormt. In oktober latten de gallen zich op de grond vallen en overwinteren in de strooisellaag. Begin maart verpoppen de larven zich en komen na 2 tot 3 weken uit als volwassen mug. De galmug heeft geen schadelijke effecten op de boom.