Lengte: koningin: 28-35 mm, werkster: 22-27 mm, mannetje: 24-26 mm;
Activiteit: half april – oktober;
Nest: meestal bovengronds, in holle bomen, schuren, vogelnestkasten;
Biotoop: Pleistocene gronden en in Zuid-Limburg. In lichte bossen en tuinen;
Planten: duizendknoopfamilie;
Voorkomen: algemeen
Algemeen: de grootste wesp van Nederland. Als bouwmateriaal voor het nest wordt vooral hout gebruikt, dat vermengd wordt met speeksel en tot papier wordt verwerkt. De ingang van het nest ligt aan de onderzijde en blijft steeds open. Eind september heeft het nest de maximale grootte van soms een halve meter. De kolonie telt zelden meer dan 1000 individuen. Als voedsel worden allerlei insecten gevangen die tot balletjes “vlees” worden gekauwd en aan de larven worden gevoerd. Hoornaars knagen ook aan bomen (vooral berken) en voeden zich met de zoete boomsappen. Hoornaars hebben sterk te lijden van de vooroordelen als zouden het bijzonder gevaarlijke dieren zijn. Hoornaars zijn niet erg agressief en vallen de mens niet lastig.