Witte kwikstaart - Motacilla alba alba
• Orde: zangvogels – Passeriformes;
• Familie: kwikstaarten – Motacillidae;
• Lengte: 16,5 – 19 cm;
• Spanwijdte: 25 – 30 cm;
• Biotoop: komt voor in min of meer open land: platteland, akkers, graslanden, parken en tuinen;
• Voedsel: insecten, vooral muggen, vliegen, libellen, vlinders en hun larven;
• Periode: overwintert in Noord-Afrika. In maart keren de vogels weer terug en vertrekken in het najaar vanaf half september tot november
• Aantal broedparen: 70.000 – 1100.000;
De witte kwikstaart beweegt voortdurend zijn staart op en neer. Het is een veel verspreide broedvogel, maar komt nergens in grote dichtheden voor. De soort nestelt vooral op het platteland, maar ook in natuurgebieden, waaronder stuifzanden, duinen of grote kaalslag in een bos. De landelijke stand neemt langzaam af. De soort heeft erg te leiden onder de effecten van atmosferische depositie (vergrassing of vermossing).
Op diverse fairways van golfbaan Anderstein kan men de witte kwikstaart prima waarnemen, wanneer de vogel foerageert. Karakteristiek voor de witte kwikstaart is, vanuit stilstaande observatie, achter de vliegende insecten aan te rennen of vliegend te duiken.