Grauwe vliegenvanger - Muscicapa striata
Fotograaf: Harry van Emden
• Orde: zangvogels – Passeriformes;
• Familie: vliegenvangers – Muscicapidae;
• Lengte: 13,5 – 15 cm;
• Spanwijdte: 21 – 24 cm;
• Biotoop: open loofbossen en gemengde bossen, parkachtige gebieden. Veel ruimte in de kroonlaag voor foerageren;
• Voedsel: vliegen, muggen, bijen, wespen, vlinders, libellen, kevers en spinnen. Najaar ook bessen. Maken vanaf uitkijkpost vlucht naar prooi en vliegen daarna terug naar uitkijkpost;
• Periode: vanaf eind april/begin mei tot augustus. Trektochten worden geleidelijk uitgevoerd. Overwinteren in tropisch West- Afrika (voorbij Sahara;
• Aantal broedparen: 17.000 – 23.000. Rode lijst;
De Grauwe Vliegenvanger komt in vrijwel alle Europese landen voor. Nergens erg talrijk. De Nederlandse populatie, evenals elders in West-Europa, nam sinds 1990 met meer dan 5% per jaar af. De afgelopen jaren is deze afname enigszins tot stand gekomen. Op golfbaan Anderstein is de Grauwe Vliegenvanger vooral op de Vallei-lus af en door de geoefende vogelaar, af en toe waar te nemen.
De oorzaak is waarschijnlijk een afname van het agrarisch cultuurlandschap (onder meer hoogstamboomgaarden en houtwallen), maar vooral de voedselschaarste (minder insecten). De situatie in de Afrikaanse trek- en overwinteringsgebieden speelt mogelijk eveneens een rol (droogte en uitbreiding Sahara).