Sikkelsprinkhaan

Sikkelsprinkhaan - Phaneroptera falcata

• Orde: rechtvleugeligen – Orthoptera;
• Onderorde: langsprietigen – Ensifera;
• Familie: sabelsprinkhanen – Tettigoniidae;
• Onderfamilie: Phaneropterinae;
• Lengte: mannetje: 12-17 mm – vrouwtje: 15-18 mm;
• Activiteit: juli – november;
• Biotoop: structuurrijke heidevelden, ruderale vegetaties en extensief beheerde kruidenrijke droge graslanden. De sprinkhaan kan op Golfbaan Anderstein op diverse plaatsen worden waargenomen, maar vooral op de Heide- en Heuvelrug-lus;
• Voorkomen: een zuidelijke soort, die na 1980 zich ook in Nederland heeft gevestigd. Nu in Zuid-Nederland algemeen. In Noord-Nederland schaars;
• Algemeen: het is een eenvoudig te herkennen soort: altijd grasgroen en vleugels zijn bijna twee keer zo lang als het lichaam. Een ander kenmerk zijn de rode ogen. Het vrouwtje heeft een karakteristieke sterk afgeplatte sikkelvormige legbuis, waarmee de eitjes worden afgezet. Het goede vliegvermogen heeft ertoe bijgedragen, dat de soort zich heeft kunnen verspreiden. De sprinkhaan is actief in de middag tot ’s nachts één uur. Het voedsel bestaat uit kruidachtige planten en grassen.